Carlo Cassola (1917-1987) was een invloedrijke Italiaanse romanschrijver en essayist, die de landschappen en de gewone mensen van Toscane portretteerde. Tijdens WO II vocht Cassola in het verzet. Deze periode vormde de achtergrond van enkele van zijn bekendste werken, waaronder het semi-autobiografische Het kappen van het bos. In 1960 won hij de Strega-prijs voor La ragazza di Bube. Cassola’s latere zorg voor het milieu en de dreiging van een nucleaire oorlog verwerkte hij in essays en in de roman Il paradiso degli animali (1979).
Over Het kappen van het bos:
Als neo-realist wilde Cassola een boek schrijven, puur existentieel over het harde bestaan van een groepje arme mannen, tussen de twee wereldoorlogen. De stijl is daarom eenvoudig en droog: vijf houthakkers die een paar maanden geïsoleerd in het bos doorbrengen en een repetitief en zwaar bestaan leiden. Cassola begon eind 1948 aan zijn boek. Hij was echter halverwege toen zijn vrouw overleed aan nierfalen, in Florence op 23 maart 1949, ze was 31 jaar. De schrijver verwerkte vervolgens al zijn verdriet en onmacht in dit verhaal… Hij veranderde het perspectief en beschreef alles vanuit de rouwende Guglielmo, en de repetitieve levens van de andere vier mannen vormden nu de spiegel naar diens vroegere geluk.